De fusie van 1976 11/12
B&B vroeger: de fusie van 1976
Weinig historische gebeurtenissen hebben in de recente geschiedenis van onze gemeente zo een impact gehad als de gemeentefusie van 1976. Precies 40 jaar geleden, op 1 januari 1977, gingen de dorpen Betekom en Begijnendijk een gedwongen huwelijk aan en zouden ze onder de naam Begijnendijk een nieuwe weg inslaan.
In de loop van het jaar 1974 was het duidelijk geworden dat een grote fusie van de gemeenten in België zich aandiende. Zowel uit politieke hoek als vanwege de publieke opinie was er heel wat weerstand tegen de aangekondigde fusie. Her en der werden actiecomités opgericht en in het parlement woedden heftige discussies tussen voor- en tegenstanders. Er was echter geen ontsnappen aan. In het najaar van 1975 werd in Kamer en Senaat een wet gestemd die het aantal Belgische gemeenten zou doen verminderen van meer dan 2000 tot 589. Er werden tal van redenen aangehaald om de fusie te verantwoorden, maar de wetgever wilde vooral financieel gezonde gemeenten creëren met een voldoende grote oppervlakte en genoeg bewoners. Alleen dergelijke gemeenten zouden in staat zijn degelijk geschoold personeel aan te trekken en een eigentijds gemeentebeleid te voeren.
Betekom en Begijnendijk waren eerder kleine gemeenten en zeker Betekom had het financieel niet gemakkelijk. De lokale dienstverlening was degelijk, maar niet meer aangepast aan de snel veranderende tijden. Een fusie was dus zeker verantwoord en zelfs nodig. Waarom Betekom bij Begijnendijk gevoegd werd en niet andersom, is voer voor discussie. Het feit dat het inwonersaantal van Begijnendijk op dat moment iets hoger was dan dat van Betekom en Begijndijk een CVP bestuur had, heeft zeker meegespeeld.
Hoewel buren, waren beide dorpen op een aantal punten toch fundamenteel anders. Begijnendijk was pas in 1796 een aparte gemeente geworden terwijl Betekom al sinds de volle middeleeuwen een zelfstandig dorp was. Betekom zou tot diep in de jaren ’70 overwegend een landbouwdorp zijn met daarnaast enkele industriële activiteiten die lokaal behoorlijk wat mensen werk verschaften. Begijnendijk telde al sinds het derde kwart van de 19de eeuw heel wat arbeiders die met de trein naar de Antwerpse haven trokken en na hun uren nog een stukje grond bewerkten in bijberoep.
Dat de fusie niet van harte was, is een serieuze understatement. In Betekom werd op 20 december 1976 een heus afscheidsfeest gehouden in de melkerijzaal. De lokale mandatarissen, notabelen en gewone Betekommenaren aten samen een galgenmaal en zagen de toekomst bepaald niet rooskleurig tegemoet.
Een eigenaardig feit, dat lijnrecht inging tegen één van de doelen van de fusie, was dat zowel Betekom als Begijnendijk een groot stuk van hun grondgebied moesten afstaan. Begijnendijk verloor de ‘Bloemsehoeve’ aan Aarschot en de ‘Bosseplein’ en de ‘Balenberg’ werden van Betekom naar Tremelo overgeheveld.
De tijd heelt vele wonden wordt wel eens gezegd. Dit geldt zeker ook voor onze gemeente. Hoewel beide dorpen een zeker zelfbewustzijn behouden hebben, is er in die 40 jaar immers veel veranderd. Er kwamen heel veel nieuwe Begijnendijkenaren bij, de landbouw en lokale industrie zijn nagenoeg verdwenen en Begijnendijk werd een residentiële gemeente, waar het goed om wonen is.
We moeten ons er bovendien van bewust zijn dat ook ‘Begijnendijk’ vroeg of laat als gemeentenaam kan verdwijnen. Een nieuwe fusie kondigt zich immers aan.
Meer lezen? De Ceuninck Koenraad. Lokale en regionale politiek: de gemeentelijke fusies van 1976: een mijlpaal voor de lokale besturen in België. Gent, 2009.